Aandachtspunten bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd
Per 1 januari 2015 is de Wet werk en zekerheid (Wwz) gefaseerd ingevoerd. De Wwz brengt verschillende gevolgen met zich mee voor het aangaan van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Om ervoor te zorgen dat uw arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd voldoen aan de nieuwe wetgeving, hebben wij een top 5 van belangrijke aandachtspunten onder elkaar gezet.
1. Proeftijd arbeidsovereenkomst
Vanaf 1 januari 2015 mag u als werkgever in een eerste contract van zes maanden of korter geen proeftijd meer opnemen. Bij een opvolgende arbeidsovereenkomst is het opnieuw opnemen van een proeftijd mogelijk, maar alleen als er andere vaardigheden of verantwoordelijkheden, in vergelijking tot de vorige arbeidsovereenkomst, van de medewerker worden vereist.
2. Concurrentiebeding tijdelijk contract
Het is in principe niet meer toegestaan om een concurrentiebeding in een tijdelijk contract op te nemen. Het mag alleen nog als er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Is dit het geval, dan moet dit expliciet in het contract worden gemotiveerd. Concurrentiebedingen in tijdelijke contracten die zijn aangegaan voor 1 januari 2015 blijven gelden.
3. Aanzegplicht
U bent verplicht om uw medewerkers uiterlijk één maand voordat het contract voor bepaalde tijd van rechtswege afloopt, schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de overeenkomst. Wordt een arbeidsovereenkomst voortgezet, dan moet u de medewerker informeren over de voorwaarden waaronder dit gebeurt. Als u uw medewerker niet of niet tijdig informeert, dan bent u een vergoeding van maximaal één bruto maandsalaris verschuldigd. De aanzegplicht geldt alleen voor contracten van zes maanden of langer en is verplicht als deze na 1 januari 2015 eindigen.
4. Ketenreeks
Vanaf 1 juli 2015 mag u een medewerker met wie u meerdere tijdelijke contracten wilt aangaan maximaal 24 maanden een tijdelijk contract aanbieden. In de oude wetgeving was dit nog 36 maanden. Het maximaal aantal tijdelijke contracten blijft drie. Let op dat bijvoorbeeld inleen van arbeid en korte tussenliggende periodes meetellen in deze reeks. Het moment waarop een vast contract aangeboden moet worden, vindt dus eerder plaats.
5. Onderbrekingsperiode van de ketenreeks
Onder de nieuwe wetgeving is pas sprake van een doorbreking van de ketenreeks bij meer dan 6 maanden tussen twee contracten. Waar u voorheen nog iemand ‘uit dienst kon laten treden’ om na 3 maanden weer opnieuw de keten in te gaan, wordt de keten van arbeidsovereenkomsten nu pas na 6 maanden doorbroken. De mogelijkheid om bij cao van deze onderbrekingsperiode af te wijken, is afgeschaft. Tot uiterlijk 1 juli 2016 is op grond van overgangsrecht afwijking bij cao onder omstandigheden nog mogelijk.
Comments are closed.